zondag 10 januari 2010

Theorieles - kern les 3

Lichtval onder water
Theorie
‘Finding Nemo’ speelt zich grotendeels onder water af. De filmmakers hebben dus andere manieren moeten bedenken om licht te verkrijgen. Ze hebben gebruik gemaakt het zonlicht dat door het wateroppervlak heen valt. Op plekken waar normaal geen licht aanwezig is, hebben ze andere manieren gevonden om licht in de duisternis te brengen, bijvoorbeeld door een diepwater vis met een lampje wat op de andere vissen schijnt.

Les
Om de lichtinval onder water toe te lichten, zal er gebruik worden gemaakt van fragmenten uit andere films, zoals de kleine zeemeermin.

In dit fragment uit de film ‘De kleine zeemeermin’ uit 1989 zie je Ariël in een soort grot, waar alleen licht van boven af valt. Je ziet duidelijk de bewegingen van het water op de grond van de zee, een soort lichtstrepen, net als in het echt. Sommige delen van de grot zijn minder goed te zien omdat die niet in het licht vallen, soms zelfs in de schaduwen.


In dit fragment uit ‘De kleine zeemeermin’ uit 1989 zie je de heks samen met Ariël boven een soort kookpot staan. Omdat dit in een grot is, is er geen natuurlijk licht aanwezig en hebben de makers gekozen om de figuren te verlichten met behulp van licht uit de kookpot. Je ziet dat het licht van onderaf komt, er zijn duidelijke schaduwen te zien op de armen van de heks.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten