Cameravoering

Zelf opgemerkte aspecten:
Een camerastandpunt kan een situatie bedreigend maken, doordat er vanaf onder wordt gefilmd. De overige voorwerpen of personen lijken hierdoor extra groot of bedreigend.

Bij dit beeld voelen Nemo en Marlin zich extra klein en verlegen doordat ze vanaf boven worden bekeken door de drie andere vaders. De cameravoering is namelijk net als Nemo en Marlin vanuit een lager standpunt naar de andere vaders.


Bij dit beeld is Dory erg bedreigend, omdat ze zo dicht bij de camera komt. Ze komt bijna tegen de camera aan. Hierdoor voel Marlin zich kleiner en voelt de kijker ook wat Marlin voelt. Om extra duidelijk te maken dat Marlin zo klein is, is hij te zien als een klein visje in de pupillen van Dory.


Bij dit beeld is zo met de cameravoering gespeeld, zodat het lijkt alsof de camera en dus de kijker wordt opgegeten. De kijker zit zelf helemaal in de bek van de haai. Dit maakt het enger dan wanneer te zien is dat Marlin en Dory bijna in de bek van de haai zitten.


Bij dit voorbeeld zit de camera achter een soort masker dat zich beschermd tegen de enge donkere vissen. De vissen lijken extra eng doordat ze vanaf boven op de camera kijken. De kijker voelt zich hierdoor banger en weet niet wat de verhouding is van de vissen tot Nemo (tot zichzelf).


Ook bij dit voorbeeld wordt er heel duidelijk gekeken vanuit de ogen van Nemo. De vissen lijken boos en zijn in dit geval weer boven Nemo geplaatst.


Deze camerastand zorgt er voor dat Darla extra eng is doordat ze zo dichtbij komt met haar hoofd en haar vinger. Hierdoor lijkt het alsof Darla de kijker aan kan raken.


Met een andere cameravoering kan iets ook extra bedreigend of extra klein lijken. Dit is het geval bij het volgende voorbeeld.

Hier wordt Marlin bedreigd door de haai. Doordat Bruce en Marlin allebei in beeld worden genomen is het heel duidelijk dat Marlin zo klein is in vergelijking met Bruce.


Wanneer de cameravoering zo is dat juist de bange persoon in beeld wordt genomen, kan het beeld er ook voor zorgen dat je meer de gevoelens van de persoon voelt. Wanneer er heel duidelijk aan zijn gezicht te zien is hoe hij zich voelt, kan de kijker zich hierin beter verplaatsen.

Bij dit beeld zie je heel goed hoe verbaast en bang Nemo is. Dit bange gevoel wordt extra versterkt, doordat de cameravoering zo is dat de kijker op Nemo neer kijkt.


In dit geval is het door de cameravoering heel duidelijk dat Dory zich niet fijn voelt. Ze wordt van boven bekeken en haar gezichtsuitdrukking is heel goed zichtbaar. Hierdoor kan de kijker hetzelfde gevoel als Dory krijgen.


De cameravoering kan er ook voor zorgen dat de kijker een gevoel van beweging krijgt.

In dit geval gaat de kijker mee op de rug van de schildpad, waardoor deze mee gaat met de stroming. De schildpad gaat namelijk op dit moment door een stroomversnelling. Die stroomversnelling wordt heel duidelijk door de manier waarop het water is afgebeeld.


Door afstand in te bouwen kan een beeld ook vertekenen. Een beeld wordt mede vertekend door de plek van de camera.

In dit geval zitten we heel dichtbij Dory en Marlin met het gevolg dat zij groot lijken en de vis op de achtergrond klein. Wanneer de vis dichterbij gaat komen of de cameravoering verandert, wordt duidelijk dat die vis helemaal niet klein is, maar dat het een walvis is.


Cameravoering kan ook spanning opbouwen door aan de kijker te laten zien wat er gaat komen, maar tegelijk laten zien dat de hoofdpersonen nog niets door hebben.

Dit effect wordt veel gebruikt in thrillers. Dan weet de kijker al dat er iets gaat gebeuren, maar de hoofdpersoon nog niet. In dit geval hebben Marlin en Dory nog niet door dat er een enorme walvis achter hun zit, maar de kijker ziet dit al wel. Hierdoor voelen de kijkers de spanning al terwijl Dory en Marlin nog niets door hebben.


De cameravoering kan zorgen voor extra diepte.

In dit geval zit het camerastandpunt nog boven Marlin. Hierdoor lijkt het diepe gat (de keel van de walvis) nog veel dieper en enger.


De cameravoering kan er ook voor zorgen dat een klein voorwerp of een klein personage groter lijkt.

In deze situatie staat Dory boven de grote haaien. Hierdoor komt Dory sterker over dan wanneer ze onder de haaien staat. Door het enorme formaat blijven de haaien wel erg groot en bedreigend.


Door afstand te nemen kan een eenzaam gevoel versterkt worden. Door veel omgeving te laten zien, komt het personage extra klein over.

In dit geval is Nemo een heel klein oranje visje in het midden van het aquarium. Hij valt zelfs bijna niet op. Hierdoor wordt duidelijk hoe klein en nietig Nemo zich voelt in het grote enge aquarium.


Wanneer de cameravoering en de houding veranderen kan het een tegenovergesteld effect hebben op de personages.

In deze situatie lijkt Marlin groot en sterk in verhouding met de andere vaders. Marlin staat nu meer boven de vaders en heeft een opgeheven houding. Hierdoor komt hij sterk over. Doordat de cameravoering vanaf achter de andere vaders is, lijkt Marlin extra groot en sterk.